Projectwijzer voor Ruimtelijke Ordening

28 Juni 2023

Projectwijzer voor Ruimtelijke Ordening

We moeten zorgen dat het heden en de toekomst leefbaar zijn. Alle sectoren en dus ook de bouwsector moet mee. Daarom stellen we voor om met een 'projectwijzer' te werken bij grote bouwprojecten. Daarbij worden vooraf de nodige puntjes op de i gezet.

Een betaalbare woning is iets wat iedereen wil en is ieders recht. Projecten om betaalbare, kwaliteitsvolle woningen te realiseren moeten dus zeker omarmd worden. Samenwonen, in welke vorm dan ook, is zeker aan te moedigen, want de open ruimte is beperkt.  

Projecten voor collectief wonen en grote bouwprojecten moeten natuurlijk voldoen aan een aantal kwaliteitsnormen met respect voor mens, fauna en flora, met een minimale impact op omgeving, milieu en klimaat. Eveneens moet men rekening houden met de draagkracht van het projectdomein en de nabije en wijdere omgeving. Het project moet ruimtelijk inpasbaar zijn. 

Concreet moet men minimale verharding nastreven, inkijk bij de buren vermijden, overlast door extra gemotoriseerd verkeer vermijden, deelmobiliteit als voorwaarde stellen zodat er minder parkeerdruk is, voldoende fietsenstallingen voorzien, kijken wat collectief kan georganiseerd worden, etc.

Het is een evidentie dat de gebouwen energieneutraal zijn. Het hemelwater moet maximaal benut worden. Naast een kwalitatieve groene buitenruimte, kunnen gebouwen ook letterlijk groen zijn. Hiermee bedoelen we niet dat je een pot groene verf tegen de gevel kwakt, maar dat terrassen, gevels, daken kunnen worden ingekleed met planten - zonder zelfs de ruimte voor bv zonnepanelen te beperken. Groen zorgt voor betere luchtkwaliteit, minder hittestress, betere infiltratie van water, minder geluidsoverlast, meer positieve gevoelens. 

Dan hebben we nog het zogenaamde circulair bouwen waarbij gerecupereerd bouwmateriaal wordt gebruikt, bij zowel renovaties als bij nieuwbouw. Bij circulair bouwen gebruikt men bouwtechnieken zodat de indeling van de ruimtes gemakkelijk aangepast kan worden aan de noden en die toelaten om, wanneer een gebouw wordt afgebroken, materialen terug als grondstof kunnen gebruikt worden. 

Dit is een hele boterham en kan een stad en zeker projectontwikkelaars overdonderen. Maar er bestaan instrumenten om in de eerste plaats tot een dialoog te komen tussen de instantie die de vergunning moet afleveren en de bouwheer. In Vilvoorde heeft men ingetekend op een pilootproject Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en een Projectwijzer opgesteld. Dit is een vragenlijst van 10 kernkwaliteiten waaraan een bouwproject moet voldoen. Via deze lijst brengt men de meerwaarde en de negatieve impact van een project in kaart. Bijvoorbeeld: Hoe draagt het project bij tot de uitbouw van een robuust groen/blauw - koelend - netwerk? Hoe komt het project tegemoet aan de klimaatverandering? Het is belangrijk om die vragen te stellen aan de bouwheer alvorens een project wordt uitgetekend. De vragenlijst omvat typisch een evaluatie die een gemeente en de projectontwikkelaar samen doen. Kortom: Het pro-actieve karakter van dit instrument zorgt ervoor dat vervelende situaties kunnen vermeden worden omdat de bouwheer weet wat een stad verwacht en er een dialoog was vooraleer de plannen worden ingediend. 

Er bestaan nog instrumenten om tot een duurzaam bouwproject te komen. 

TOTEM, Tool to Optimise the Total Environmental impact of Materials, is een Belgische levenscyclus-analysetool om de milieu-impact van bouwmaterialen te meten en circulaire alternatieven te onderzoeken.

De EU taxonomy voor duurzame activiteiten laat toe om te kijken in welke categorie van duurzaamheid een bouwproject zit. In de toekomst zal men een bouwproject moeten afstemmen op de EU Taxonomy.

Een bouwpromotor kan het BREEAM keurmerk nastreven. BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method. Om dit certificaat te behalen kijkt men naar de gebruikte materialen, werfbeheer, mobiliteit etc.

Ongetwijfeld zullen er nog andere instrumenten zijn om toekomstgerichte bouwprojecten te realiseren. Sowieso kost het tijd, energie en hersenwerk om een gedegen ruimtelijke ordening uit te denken en uit te rollen, voor alle betrokken partijen met de dienst RO voorop. Maar we zijn ervan overtuigd dat deze tijd en energie nuttig besteed zijn.