Iedereen heeft recht op een betaalbare, energiezuinige, kwaliteitsvolle, veilige en gezonde woning in een gemeente, buurt of stad waar het aangenaam is om te wonen. Ieder van ons heeft ook recht op school, bedrijvigheid en werken, ontspannen en samenkomen, en mobiliteit. Om dit allemaal een plaats te geven, moeten we de ruimte die we hebben goed indelen en efficiënt gebruiken.
Iedereen wil een betaalbare woning en dat is ieders recht. Een woning moet energiezuinig, kwaliteitsvol, veilig, gezond en groen, comfortabel en toegankelijk zijn. We focussen op maatregelen rond toekomstgericht wonen, betaalbaar wonen en ruimtelijke ordening.
Toekomstgericht wonen
Het is niet altijd eenvoudig om je weg te vinden in de administratieve jungle wanneer je wil renoveren, bouwen, een energie-audit wil laten uitvoeren, lenen voor energiebesparingsinvesteringen, … Deze info kan op maat aangeboden worden via een centraal loket voor woon-, water-, en energie-info waar burgers en verenigingen terecht kunnen voor kosteloos eerstelijnsadvies. Verder willen we dat de stad letterlijk naar mensen stapt die in suboptimale omstandigheden wonen. De stad neemt kwetsbare burgers bij de hand om samen stap voor stap woonproblemen op te lossen.
- Actie 26: We werken aan een betere ontsluiting van de dienstverlening van het Woonloket, zodat burgers hier veel laagdrempeliger terecht kunnen voor advies rond renoveren. We brengen deze dienstverlening, op basis van bv. informatie uit thermische luchtfoto’s, heel gericht tot bij de mensen die het het meest kunnen gebruiken. Deze dienst kan versterkt worden door informatiedagen en cursussen voor renoveerders.
- Actie 7: Collectieve renovaties: 50 collectief georganiseerde energiebesparende renovaties per 1000 wooneenheden tegen. 2030 (LEKP 1.0) en daarbinnen 25 fossielvrije renovaties (LEKP 2.0). We denken zeker aan onze sociale woonwijken, waar al eerste stappen zijn gezet, maar nog veel werk op de plank ligt. In (sociale) woonwijken investeren we in energieproductie en energieopslag d.m.v. wijkbatterijen. Zie ook ‘Natuur, Milieu, Klimaat en Energie’.
We zetten in op gemeenschappelijk wonen; ook dat is toekomstgericht. Co-wonen en huisdelen bieden een efficiënter ruimtegebruik, zijn milieuvriendelijker en zorgen voor een sterker sociaal weefsel. We streven naar een gezonde mix met verschillende groepen en leeftijden door elkaar. Op ‘den buiten’ staan vaak grote woningen. Het is voor Groen Aarschot evident dat deze kunnen opgesplitst worden in meerdere woningen. Dit biedt ook oplossingen voor problemen waar jongeren en senioren mee kampen. Jongeren willen graag hun stek, maar hebben hier niet altijd de financiële middelen voor. Laten we jongeren de kans geven om zonder administratieve rompslomp samen te wonen in een gemeenschapshuis. Senioren willen, net zoals iedereen, wonen in een aangenaam en comfortabel huis. Gemeenschappelijk wonen op maat van deze groep kan een oplossing bieden.
- Actie 27: We vereenvoudigen de regelgeving rond cohousing en kangoeroewoningen (bv. ruimtelijke regels rond woonunit in tuin, maar ook mogelijkheid om woning in units op te delen, …) daar waar mogelijk. Zie ook ‘Jeugd en Senioren’.
- Actie 28: We onderzoeken de mogelijkheden om kleinschalige assistentiewoningen te creëren in de deelgemeenten, voor ouderen die graag dichter bij huis en te midden van hun gemeenschap, veilig en comfortabel willen wonen. Zie ook ‘Jeugd en Senioren’.
Ruimtelijke ordening
Bouwprojecten, individueel of gemeenschappelijk wonen, met of zonder bedrijvigheid, moeten voldoen aan een aantal kwaliteitsnormen met respect voor mens, fauna en flora, met een minimale en zelfs positieve impact op omgeving, gezondheid, milieu en klimaat. We zorgen er ook voor dat er geen nieuwe verkavelingsprojecten meer komen in nu nog groen gebied ver van de kernen.
Bestaande wijken en woningen moeten op termijn klimaatneutraal, energiezuinig, veilig en gezond worden. Klimaatneutraal betekent CO2-neutraal bouwen. Dit houdt in dat het bouwproces niet bijdraagt aan de klimaatverandering, óf dat de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2, wordt gecompenseerd. Duurzame bouwmaterialen moeten de norm worden. We zetten in op energieproductie ter plaatse (zonnepanelen). De energieoverschotten kunnen we opslaan in een wijkbatterij. We pleiten voor de uitrol van een onthardings- en vergroeningsbeleid met aandacht voor hitte en droogte, water en voor het verfraaien van de omgeving, bv geveltuinen, klimaatstraten, electriciteitskasten opfrissen.
- Actie 3: We snijden geen nieuwe woonuitbreidingsgebieden aan, Zie ook ‘Natuur, Milieu, Klimaat en Energie’.
- Actie 4: Regelgeving beperking verdichting buitengebieden. We definiëren de gebieden waar we nog verder willen verdichten/verkavelen en vooral ook de buitengebieden waar we dat niet willen in een ruimtekaart. Hierrond creëren we een robuust wettelijk kader. Zie ook ‘Natuur, Milieu, Klimaat en Energie’.
- Actie 29: We zetten in op regelgeving die kwalitatieve verdere verdichting van de stadskern (en sommige dorpskernen) toelaat. Zeker in het centrum moeten we gevoelig meer bouwlagen toestaan om ervoor te zorgen dat er voldoende woonaanbod blijft bijkomen. Daarbij moet er natuurlijk voldoende aandacht zijn voor de woonkwaliteit en voor stedelijk groen.
- Actie 30: We ontwikkelen een projectwijzer voor (grote) bouwprojecten, binnen of buiten de stadskern. Dit is een vragenlijst van 10 kernkwaliteiten die zicht geven op de impact van een bouwproject en die ingevuld en besproken wordt door de bouwheer en de stad alvorens een project wordt uitgetekend. Bv: Is de woning klimaatneutraal? Wordt er energie opgewekt en opgeslagen? Is er gedeeld en meervoudig gebruik? Kan regenwater infiltreren? De stad moet hiermee rekening houden bij het al dan niet toekennen van een vergunning. Dit moet zorgen voor een helder kader om bouwprojecten toekomstgericht uit te werken.
- Actie 31: Uitbouw van een ruimteloket waar kandidaat-bouwers en renoveerders terecht kunnen. Het loket geeft tips en aanbevelingen rond biodiversiteit, omgeving en milieu, klimaat en energie, duurzaamheid, water en droogte. Bv. stappenplan voor de afvoer van vuilwater en infiltratie van regenwater, groendaken en groene gevels. Deze actie sluit aan bij Actie 26.
Als stad geven we natuurlijk het goede voorbeeld op het openbaar domein. Enkele concrete acties waar we aan denken:
- Actie 32: We vergroenen de begraafplaatsen. Met meer bomen en natuur, en minder verharding zorgen we voor begraafplaatsen waar mensen echt tot rust kunnen komen.
- Actie 33: Herinrichting van stadspleinen, bv de Bonewijk en Braekepoort met ontharding en vergroening, maar ook het creëren van meer ruimte voor mensen die een terrasje willen doen, winkelen, aangenaam willen vertoeven. We ondersteunen tevens de visie rond de uitbreiding van het stadspark; dit sluit dan aan op een nieuwe groene Bonewijk. (Zie ook acties 1 en 18 uit ‘Natuur, Milieu, Klimaat en Energie’; zie ook ‘Lokale Economie’)
- Actie 34: Herinrichting van dorpspleinen, bv Gijmel, met aandacht voor ontharding en vergroening. Een plein in een dorp is een plaats om te spelen en te vertoeven (Zie ook acties 1 en 18 uit ‘Natuur, Milieu, Klimaat en Energie’)
Betaalbaar wonen
Een belangrijk aspect van wonen is de betaalbaarheid. Heel veel jongeren (en ook niet-jongeren) maken zich hier zorgen over. De vraag naar woningen blijft bijzonder groot, met een stad die gestaag groeit en met steeds kleinere gezinnen. De stad kan enkele dingen doen om de prijzen te drukken.
- Actie 29: We zetten in op regelgeving die kwalitatieve verdere verdichting van de stadskern (en sommige dorpskernen) toelaat. Zeker in het centrum moeten we gevoelig meer bouwlagen toelaten om ervoor te zorgen dat er voldoende woonaanbod blijft bijkomen. Voldoende aanbod zorgt dat de prijs niet te snel stijgt. Daarbij moet er natuurlijk voldoende aandacht zijn voor de woonkwaliteit en voor stedelijk groen. (Zie ook hierboven.)
- Actie 35: We rekenen een effectieve leegstandstaks aan vanaf 6 maand leegstand en deze evolueert per 6 maand naar een hoger bedrag. Deze taks mag niet te ontlopen zijn. Zo willen we stimuleren dat eigenaars de huurprijzen voor hun panden laten zakken als ze lang leeg staan. Zie ook ‘Lokale Economie’.
Verder moet er voldoende aandacht blijven voor wie zelf niet over de middelen beschikt om een reguliere en kwalitatieve woning te vinden. Als we armoede grondig willen aanpakken, begint dat met ‘housing first’: eerst een kwalitatieve woning bieden en dan volgt de rest. Hoewel Aarschot binnenkort het bindend sociaal objectief voor sociale huisvesting haalt (binnen een bepaalde termijn een bepaald aantal bijkomende sociale woningen realiseren), blijven de wachtlijsten voor een sociale woning veel te lang.
- Actie 36: Verdere inzet voor sociale woningbouw (maar meer in mix met reguliere woningen), bijvoorbeeld door middel van een convenant met de Vlaamse overheid na het behalen van het bindend sociaal objectief. Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’.
- Actie 37: Een kwalitatieve woonoplossing voor woonwagenbewoners, in overleg met de gemeenschap zelf.
Wist je dat?Groen Aarschot de afgelopen legislatuur, bij elke nieuwe verkaveling die op de gemeenteraad geagendeerd werd, consistent onthouden heeft? We zijn uiteraard niet tegen nieuwe woningen, maar heel wat van deze verkavelingen (= vaak opdeling van grote percelen in hele nieuwe wijken) zorgden voor visieloze verharding van onze groene buitengebieden. Consequent hebben we telkens gepleit om eerst een visie te ontwikkelen waar verdere verdichting kan en waar niet, en pas dan nieuwe verkavelingen toe te staan. Anders verliezen we te snel, te veel open ruimte. We organiseerden ook een Open Ruimte Debat met experts die uitlegden hoe dit aangepakt kan worden. Door onze consequente houding konden we goed druk zetten en werden we een gerespecteerde stem in dit debat. |