Kinderen, jongeren en senioren zijn doelgroepen met specifieke noden en behoeften. Verschillende generaties met elk hun eigenheid. Groen wil voor deze doelgroepen extra aandacht in het beleid. 

We streven naar échte inspraak in het beleid. Een onafhankelijke kinder-, jeugd- en seniorenraad is de continue spreekbuis van deze doelgroepen en moet goed ondersteund worden. We pleiten daarnaast voor regelmatige bredere bevragingen en ruimte voor bottom-up participatie. Uiteindelijk moet de input echt in het beleid gebruikt worden. Indien het toch niet mogelijk blijkt om zaken te veranderen die wel gesignaleerd worden door kinderen, jongeren en senioren, dan is het belangrijk om steeds terug te koppelen waarom iets (nog) niet gerealiseerd kan worden. 

• Actie 76: We herwaarderen de seniorenraad. Zie ook ‘Democratie en bestuur’. 
• Actie 77: Leeftijdsreflex: alle mandatarissen en stadsdiensten moeten in hun beleid consequent een kinderen, jongeren- en senioren-reflex hebben en zich proactief afvragen wat deze doelgroepen hiervan vinden. Hiermee bedoelen we dat men bij élke beleidsbeslissing, klein of groot, even stilstaat bij de impact op onze kinderen, jongeren en senioren. Bij voorkeur worden ook de jongeren of senioren zelf (evt. via hun adviesraad) betrokken. Zo worden kinderen, jongeren en senioren een horizontale bevoegdheid. 

Groen staat voor een inclusief beleid. Het betrekken van maatschappelijk kwetsbare jongeren bij het jeugdwerk en het beleid, biedt enorme kansen op vlak van integratie en sociale mobiliteit. Kwetsbare gezinnen met jonge kinderen proberen we beter te bereiken met het Huis van het Kind.  

• Actie 78: De ondersteuning van organisaties zoals Arktos is cruciaal om deze vaak onzichtbare jongeren te betrekken. Daar zetten we verder op in. 
• Actie 79: De stad kan ook inzetten op vormingen en ondersteuning voor jeugd- en andere verenigingen om andersvalide, sociaal kwetsbare jongeren of jongeren met een migratieachtergrond beter te bereiken (denk bv. aan een inclusiewerking voor de vakantieclub). 
• Actie 53: We breiden het aanbod in de UiTPAS met kansentarief  uit naar verenigingen. Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’. 
• Actie 55: Uitbreiding van de middelen van het sociaal participatiefonds door gemeentelijke opleg (bv. om computer en internetkosten te dekken, om deelname van kinderen in armoede aan kampjes te dekken, …). Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’.

Met Groen willen we inzetten op ruimte voor spel en ontmoeting. We zijn blij dat er in de stad heel wat speelpleintjes zijn die zeker ook als ontmoetingsplaatsen hun troef hebben. Deze plekjes moeten meer bekend raken en kunnen ook als ontmoetingsplek gebruikt worden door de diensten van de stad zelf. Bij de (her)aanleg van straten en pleinen vinden we het belangrijk om mensen uit de buurt, met extra aandacht voor kinderen, jongeren en senioren, te betrekken en te bevragen (Zie ook ‘Democratie en Bestuur’). Er moet voor ieder wat wils zijn: fantasiespel, bankjes en gezellige plekjes voor ontmoeting, sportveldjes en hangplekken voor iets oudere jongeren, … 

• Actie 80: We zetten verder in op speelplaatsen en speeltuintjes, liefst avontuurlijk spel in een groene omgeving. We missen nog publieke ruimte om te spelen in onder andere Gijmel en Bergvijver.  
• Actie 81: Veilige buurten en speelomgevingen. We pleiten ervoor om bij (her)inrichting van pleintjes de omgeving zodanig in te richten dat kinderen zich veilig kunnen verplaatsen. Ook denken we aan een uitbreiding van de zone 30: niet enkel nabij scholen, maar ook nabij speelpleintjes, sportvelden, speelstraten, jeugdverenigingslokalen. Kortom plaatsen waar kinderen en jongeren samen zijn. Sommige straten lenen zich tot fietsstraten die op hun beurt bijdragen tot meer verkeersveiligheid.
• Actie 82: Voor de jongsten faciliteren we peuterspeelplekken in de deelgemeenten. De peuterspeelplekken op Bekaf en in het Huis van het Kind zijn mooie initiatieven. In de deelgemeenten kunnen ook peuterspeelplekken ingericht worden. Onze allerkleinsten leren hier leeftijdsgenootjes kennen, oefenen fijne en grove motoriek, … en (jonge) ouders leren elkaar kennen, kunnen bij elkaar hun hart luchten. 
• Actie 83: We openen het Huis van het Kind ook tijdens evenementen in de stad: een fatsoenlijke verschoningshoek voor baby’s en peuters is namelijk niet te vinden in de stad. Ook ouders die rustig borstvoeding willen geven, zouden op zo een dag daar makkelijk terecht kunnen omdat alle faciliteiten er zijn en de peuters kunnen er even tot rust komen. 
• Actie 84: We voorzien hangplekken die aantrekkelijk zijn voor jongeren, in de publieke ruimte. We denken bijvoorbeeld aan aangename groene zitplekken in de buurt van scholen. Ook overdekte plekken waar gepicknickt kan worden tijdens de middagpauze.
• Actie 85: Meer ondersteuning en promotie voor speelstraten. Speelstraten brengen buurtbewoners immers op een fijne manier samen en geven de straat terug aan mensen, aan kinderen. De drempel om zoiets te organiseren moet zo laag mogelijk zijn, met zo min mogelijk papierwerk.

Voor senioren denken we in de buitenruimte aan voldoende zitbankjes om even uit te rusten. Verder vinden we het voor senioren super belangrijk om zo lang mogelijk een uitgebreid sociaal netwerk te hebben met fijne vrijetijdsmogelijkheden. We bieden daar de mogelijkheden voor aan dicht bij huis. 

• Actie 86: We zetten in op meer rustbankjes in de publieke ruimte. Deze plekken proper houden is een aandachtspunt waar zeker al de Mooimakers en de stadsdiensten een dikke pluim voor verdienen.
• Actie 54: We bouwen de sociale restaurants waar je terecht kan met kansentarief verder uit. We breiden op z’n minst op specifieke dagen uit naar de verschillende deelgemeenten. We gaan na of een sociale kruidenier mogelijk is. Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’. 
• Actie 87: We zorgen dat de Hoogdagen van de Derde Leeftijd toegankelijk blijven voor iedereen. De plotse prijsverhoging was een drempel voor een aantal mensen, die we herbekijken, met aandacht voor ieders financiële draagkracht. Woonzorgcentra sporen we aan om dit als uitstap voor hun bewoners te organiseren.  

Onze jeugdbewegingen moeten we waar mogelijk ondersteunen, door de bestaande subsidiereglementen te handhaven en hen zo weinig mogelijk administratieve last te bezorgen. 

• Actie 88: Het nieuwe erkenningsreglement voor verenigingen zorgt voor een extra administratieve last voor verenigingen, we zorgen voor automatische erkenning van verenigingen die onder een werkingssubsidie vallen.  
• Actie 89: We zorgen ook dat alle jeugdbewegingen een degelijk en veilig lokaal hebben, topprioriteit is daarbij een lokaal voor Chiro Ourodenberg. De leegstaande pastorie kan eventueel ter beschikking gesteld worden.   

Zowel jongeren als senioren zijn belangrijke doelgroepen voor het beleid rond psychosociaal welzijn (zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’). Heel wat partners leveren in Aarschot reeds mooi werk: de stad, huisartsen, CGG, CAW, JAC, Kwartiermakers, buurtwerkers, Overkophuis, … Daar zetten we verder op in. Voor Groen speelt eenzaamheid een grote rol in deze problematiek, en daar maken we een beleidsprioriteit van. 

• Actie 57: Doelgroepenavonden in het Overkophuis. We vinden het jammer dat het huidige bestuur ontmoetingsavonden voor meisjes of jongeren die worstelen met geaardheid heeft geschrapt, omwille van ideologische redenen. Die beslissing maken we ongedaan. Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’. 
• Actie 90: We zetten in op meer toegankelijke psychologische hulp voor jongeren, op laagdrempelige plekken: in het Overkop-Huis, bij het JAC, in het LDC, op school, …  
• Actie 39: We zetten in op extra buurtwerkers die zowel inzetten op collectieve acties om de sociale cohesie te versterken als op individuele ondersteuning in de strijd tegen eenzaamheid, armoede en psychische problematiek (bv. project Kwartiermakers). Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’. 

We stimuleren aangepaste woonvormen voor zowel ouderen als jongeren. We vinden het belangrijk om woonvormen uit te denken waar ouderen wonen tussen jongere gezinnen, in buurten met een sterk buurtleven, dichtbij waar ze vroeger woonden. Voor wie zwaar hulpbehoevend wordt, is er natuurlijk ook nog het woonzorgcentrum dat we in publieke handen houden. 

• Actie 27: We vereenvoudigen de regelgeving rond cohousing en kangoeroewoningen (bv. ruimtelijke regels rond woonunit in tuin, maar ook mogelijkheid om woning in units op te delen, …) daar waar mogelijk. Zie ook ‘Wonen en Ruimtelijke Ordening’. 
• Actie 28: We onderzoeken de mogelijkheden om kleinschalige assistentiewoningen te creëren in de deelgemeenten, voor ouderen die graag dicht bij huis en te midden van hun gemeenschap veilig en comfortabel ouder willen worden. Zie ook ‘Wonen en Ruimtelijke Ordening’.

• Actie 58: De stijgende zorgzwaarte moet zich ook vertalen in meer handen aan het bed in het woonzorgcentrum. Dit is belangrijk om goede, menselijke zorg te kunnen garanderen. Zie ook ‘Sociaal beleid en Welzijn’. 

• Actie 91: We laten in het woonzorgcentrumbewoners meer aan het woord. We respecteren hun mening wanneer het gaat over kleine herinrichtingen, activiteiten, ...  Dat kan met bevragingen of een bewonersraad.